Add parallel Print Page Options

43 Toen Ik een vreemdeling was, hebben jullie Mij niet in huis genomen. Toen Ik geen kleren had, hebben jullie Mij geen kleren gegeven. Toen Ik ziek was en in de gevangenis, hebben jullie Mij niet bezocht.' 44 Dan zullen ook zij antwoorden: 'Heer, wanneer had U honger, of dorst, of geen kleren, of was U ziek, of in de gevangenis en hebben we niets voor U gedaan?' 45 Dan zal Hij zeggen: 'Luister goed! Ik zeg jullie: toen jullie die dingen niet voor één van mijn minst belangrijke broeders of zusters deden, hebben jullie ze ook niet voor Míj gedaan.'

Read full chapter