Add parallel Print Page Options

24 Binnuï, de zoon van Henadad, was bezig vanaf Azarjaʼs huis tot de hoek. 25 En Palal, de zoon van Uzai, was aan het werk vanaf die hoek tot de fundamenten van de hoge toren van het koninklijk paleis, naast de tuin van de gevangenis. Daarnaast werkte Pedaja, de zoon van Paros. 26 De tempelknechten die op de heuvel Ofel woonden, repareerden de muur tot de oostelijk gelegen Waterpoort en de uitspringende toren.

Read full chapter