Add parallel Print Page Options

13 Iedereen die een dode aanraakt en zich niet reinigt met het reinigings-water, maakt mijn heiligdom onrein. Hij moet worden gedood. Want omdat het reinigings-water niet op hem is gesprenkeld, is hij onrein gebleven.

14 Dit zijn de regels als iemand in een tent is gestorven: iedereen die in die tent is of die tent binnengaat, is zeven dagen onrein. 15 Ook elke open pot waar geen doek over gebonden was, is onrein.

Read full chapter