Add parallel Print Page Options

16 De priester moet haar bij Mij, bij mijn altaar brengen. 17 Hij moet heilig water in een kruik doen. Daarna moet hij aarde nemen van de grond in de tent en die in het water doen. 18 Hij moet het haar van de vrouw losmaken en het meel-offer van wantrouwen op haar open handen leggen. Het bittere water dat vervloeking brengt, houdt hij in zijn hand.

Read full chapter