Add parallel Print Page Options

Eén van de vier wezens gaf aan elk van de zeven engelen een gouden schaal. Elke schaal was vol met de straf van God die eeuwig leeft. En de tempel raakte vol met rook, door de macht en majesteit van God en de kracht van God. Niemand kon het heiligdom binnengaan vóórdat de zeven rampen van de zeven engelen voorbij zouden zijn. (lees verder)

Read full chapter