Add parallel Print Page Options

Dwaze mensen kregen belangrijke plaatsen in de regering. Maar de wijze mensen kregen onbelangrijke baantjes. Ik zag slaven op paarden zitten. Maar koningen moesten te voet gaan als slaven.

Iemand die een valkuil graaft voor iemand anders, zal er zelf in vallen.
En iemand die een muur doorbreekt, zal door een slang gebeten worden.

Read full chapter