Add parallel Print Page Options

31 De Heer is voor eeuwig Koning.
Hij geniet van alles wat Hij heeft gemaakt.
32 Als Hij naar beneden kijkt, beeft de aarde.
Als Hij de bergen aanraakt, stijgt er rook uit op.

33 Ik zal voor de Heer zingen, zolang ik leef.
Ik zal voor mijn God liederen zingen, zolang ik besta.

Read full chapter