Add parallel Print Page Options

Psalm 130

Een pelgrimslied.[a]

Uit de diepste ellende roep ik tot U, Heer.
Heer, luister naar mij.
Hoor hoe ik smekend tot U roep!
Als U al onze slechte daden ziet,
Heer, wie kan dan blijven bestaan?
Maar U vergeeft ons.
Daarom hebben we diep ontzag voor U.

Ik verwacht dat de Heer me zal helpen.
Ik vertrouw op Hem en op zijn woord.
Ik verlang meer naar de Heer,
dan nachtwakers van een stad verlangen naar de ochtend.
Israël, vertrouw op de Heer,
want de Heer is goed en liefdevol.
Hij redt elke keer weer.
Hijzelf zal het volk Israël bevrijden
van alles wat het verkeerd heeft gedaan.

Footnotes

  1. Psalmen 130:1 De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor één van de feesten van de Heer.

Psalm 130

A song of ascents.

Out of the depths(A) I cry to you,(B) Lord;
    Lord, hear my voice.(C)
Let your ears be attentive(D)
    to my cry for mercy.(E)

If you, Lord, kept a record of sins,
    Lord, who could stand?(F)
But with you there is forgiveness,(G)
    so that we can, with reverence, serve you.(H)

I wait for the Lord,(I) my whole being waits,(J)
    and in his word(K) I put my hope.
I wait for the Lord
    more than watchmen(L) wait for the morning,
    more than watchmen wait for the morning.(M)

Israel, put your hope(N) in the Lord,
    for with the Lord is unfailing love(O)
    and with him is full redemption.(P)
He himself will redeem(Q) Israel
    from all their sins.(R)