Add parallel Print Page Options

Mijn leven duurt voor U maar een ogenblik.
Een mensenleven is voor U als één enkele zucht.
Elk mens, hoe goed het ook met hem gaat,
is uiteindelijk niets.
Hij is maar een schaduw die voorbij glijdt.
Hij werkt voor niets zo hard:
hij verzamelt rijkdom, maar weet niet eens voor wie.

Heer, waar kan ik nog op hopen?
Ik kan alleen maar vertrouwen dat U mij redt!

Read full chapter