Add parallel Print Page Options

Hun slechtheid is als slangengif.
Ze zijn zo doof voor God als een slang
die niet wil luisteren naar de slangenbezweerder,
al speelt deze nog zo goed op zijn fluit.
Ze zijn zo gevaarlijk als leeuwen.
God, maak hen machteloos!
Zorg dat ze niets meer kunnen doen
met hun klauwen en hun tanden!

Read full chapter