Add parallel Print Page Options

15 U bent de God die wonderen doet.
U heeft aan de volken uw macht laten zien.
16 U heeft uw volk, de zonen van Jakob en van Jozef,[a]
op een machtige manier gered.
17 Toen het water U zag, God,
toen het water U zag, beefde het van angst.
De zee beefde tot op de bodem.

Read full chapter

Footnotes

  1. Psalmen 77:16 Jozef was een zoon van Jakob. Jozefs twee oudste zonen, Efraïm en Manasse, waren door Jakob aangenomen als zijn eigen zonen. Daardoor hoorden ze bij de stammen van Israël. Lees Genesis 48:1-7.