Add parallel Print Page Options

17 Toen het water U zag, o God,
beefde en sidderde het.
18 De wolken lieten de regen neervallen
en de donder rolde langs de hemel.
Uw pijlen werden afgeschoten.
19 Het gedreun van de donder rolde langs de hemel.
De bliksemschichten verlichtten de hele aarde.
Alles sidderde en beefde.

Read full chapter