Add parallel Print Page Options

10 U bewerkte de grond,
zodat de struik ruimte kreeg om te wortelen.
Hij groeide en vulde het land.
11 De schaduw van de struik kwam tot aan de bergen,
zijn takken waren zo groot als cederbomen.
12 Ze groeiden tot aan de zee in het westen,
tot aan de Rivier[a] in het oosten.

Read full chapter

Footnotes

  1. Psalmen 80:12 Dat is de rivier de Eufraat.