Add parallel Print Page Options

Als je wél vlees eet, mag je iemand die géén vlees eet niet veroordelen. En als je géén vlees eet, mag je iemand die wél vlees eet niet veroordelen.[a] Want God houdt van jullie allebei. Wie denk je dat je bent, dat je een broeder beoordeelt? Je beoordeelt toch ook niet de knecht van iemand anders? Hij dient jóu toch niet? Of hij zijn werk goed of slecht doet, gaat toch alleen zijn heer aan? Maar je broeder zal het goed doen, want God zal hem helpen.

De één vindt de ene dag belangrijker dan de andere dagen, maar een ander vindt dat ze allemaal gelijk zijn.[b] Laat iedereen gewoon doen wat volgens zijn eigen geweten goed is.

Read full chapter

Footnotes

  1. Romeinen 14:3 Lees hierover ook 1 Korintiërs 8.
  2. Romeinen 14:5 Paulus bedoelt dat sommige gelovigen de heilige rustdag willen vieren (de Joden die in Jezus zijn gaan geloven), terwijl anderen dat niet doen (de gelovigen die geen Joden zijn).