Romeinen 14:4-6
BasisBijbel
4 Wie denk je dat je bent, dat je een broeder beoordeelt? Je beoordeelt toch ook niet de knecht van iemand anders? Hij dient jóu toch niet? Of hij zijn werk goed of slecht doet, gaat toch alleen zijn heer aan? Maar je broeder zal het goed doen, want God zal hem helpen.
5 De één vindt de ene dag belangrijker dan de andere dagen, maar een ander vindt dat ze allemaal gelijk zijn.[a] Laat iedereen gewoon doen wat volgens zijn eigen geweten goed is. 6 Iemand die een bepaalde dag belangrijker vindt dan de andere dagen, doet dat voor de Heer. En iemand die vindt dat alle dagen gelijk zijn, doet dat ook voor de Heer. Iemand die vindt dat hij vlees mag eten, doet dat voor de Heer, want hij dankt God ervoor. En iemand die geen vlees eet, doet dat óók voor de Heer en ook hij dankt God.
Read full chapterFootnotes
- Romeinen 14:5 Paulus bedoelt dat sommige gelovigen de heilige rustdag willen vieren (de Joden die in Jezus zijn gaan geloven), terwijl anderen dat niet doen (de gelovigen die geen Joden zijn).
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016