Add parallel Print Page Options

30 een leeuw, de koning van de dieren
die voor niets of niemand bang is,
31 een windhond met sterke flanken, een bok,
en een koning die onoverwinnelijk is.

32 Als je zo dom bent geweest om over jezelf op te scheppen,
of als je kwaad van plan bent,
houd je hand dan op je mond en zwijg!

Read full chapter