Add parallel Print Page Options

31 een windhond met sterke flanken, een bok,
en een koning die onoverwinnelijk is.

32 Als je zo dom bent geweest om over jezelf op te scheppen,
of als je kwaad van plan bent,
houd je hand dan op je mond en zwijg!

33 Als je melk slaat, ontstaat er boter.
Als je iemand op zijn neus slaat, komt er bloed.
En als je in woede een man slaat, ontstaat er een gevecht.

Read full chapter