Add parallel Print Page Options

‘Deze boekrol,’ zei hij, ‘bevat de woorden van Gods vervloeking die over het hele land gaan. Daarin staat dat iedereen die steelt of liegt, ter dood veroordeeld is.’ ‘Met deze vervloeking tref Ik het huis van iedere dief of van ieder die vals zweert bij mijn naam,’ zegt de Here van de hemelse legers. ‘Mijn vloek zal op dat huis rusten en het volkomen vernietigen, met houtwerk, stenen en al.’

Het vliegende vat

De engel die met mij sprak, kwam dichterbij en zei: ‘Kijk eens! Daar komt iets aanvliegen door de lucht!’

Read full chapter