Print Page Options Listen to Reading
Previous Prev Day Next DayNext

The Daily Audio Bible

This reading plan is provided by Brian Hardin from Daily Audio Bible.
Duration: 731 days

Today's audio is from the NIV. Switch to the NIV to read along with the audio.

BasisBijbel (BB)
Version
Jozua 15

Het eigen gebied van de stam van Juda

15 Het gebied dat de families uit de stam van Juda door loting kregen, liep vanaf het gebied van Edom tot aan de Zin-woestijn naar het zuiden, tot het verste puntje van de woestijn in het zuiden.

De zuidgrens liep van de zuidpunt van de Zoutzee langs de zuidkant van de Akrabbim-pas naar Zin en omhoog langs de zuidkant van Kades-Barnea. Van daar langs Hezron, omhoog naar Adar, en met een bocht naar Karkaä. Van daar langs Azmon naar de Beek van Egypte en dan langs de beek naar de Grote Zee. Dit was hun zuidgrens.

De oostgrens liep langs de Zoutzee tot waar de Jordaan in de Zoutzee uitkomt.

De noordgrens begon waar de Jordaan in de Zoutzee uitkomt. Daarna omhoog naar Bet-Hogla, dan langs de noordkant van Bet-Araba tot aan de rots van Bohan (Bohan was een zoon van Ruben). Daarna vanuit het dal van Achor omhoog naar Debir. Van daar naar het noorden naar Gilgal tegenover de bergpas van Adummim, aan de zuidkant van de beek. Dan naar het water van En-Semes tot aan En-Rogel. Van daar omhoog naar het Ben-Hinnom-dal, naar de zuidelijke berghelling van de Jebusieten, waar Jeruzalem ligt. Dan omhoog naar de top van de berg die aan de westkant tegenover het Ben-Hinnom-dal aan het noordelijke uiteinde van het dal van de Refaïeten ligt. Daar met een bocht van de top van de berg naar de bron van Neftoa en tot aan de steden van de bergen van Efron. Daar met een boog naar Baäla, dat is Kirjat-Jearim. 10 Daarna van Baäla met een bocht naar het westen naar de bergen van Seïr. Dan in noordelijke richting naar de bergrug van Jearim (dat is Kesalon). Daar weer naar beneden naar Bet-Semes tot Timna. 11 Dan in noordelijke richting naar de bergrug van Ekron, met een bocht van daar naar Sichron, verder naar de berg van Baäla en dan langs Jabneël tot aan de Grote Zee.

12 De westgrens was de kust langs de Grote Zee. Dit zijn de grenzen van het gebied dat werd verdeeld onder de families van de stam van Juda.

Otniël en de dochter van Kaleb

13 Maar Kaleb kreeg een eigen deel in het gebied van de stam van Juda. Hij kreeg Kirjat-Arba (dat is nu Hebron) zoals de Heer aan Jozua bevolen had. Arba was de vader van Enak geweest. 14 Kaleb verjoeg daar de drie zonen van Enak: Sesai, Ahiman en Talmai. 15 Vanuit Kirjat-Arba viel hij Kirjat-Sefer aan (dat is nu Debir). 16 Kaleb beloofde: "Wie Kirjat-Sefer verovert, mag met mijn dochter Achsa trouwen." 17 Kalebs broer Otniël, de zoon van Kenaz, veroverde stad. Hij mocht met de dochter van Kaleb trouwen. 18 Toen ze bij hem kwam, haalde ze hem over om van haar vader een akker te vragen. Daarna sprong ze van haar ezel af. Haar vader vroeg: "Wat is er?" 19 Ze antwoordde: "U heeft ons een dor land gegeven. Geef mij er als trouwkado alstublieft een paar waterbronnen bij." Toen gaf hij haar de bronnen in de vlakte en op de berghellingen.

De steden van de stam van Juda

20 Dit zijn de steden in het gebied dat werd verdeeld onder de families van de stam van Juda.

21 De steden die helemaal in het zuiden van hun gebied lagen, bij de grens met Edom, waren: Kabzeël, Eder, Jagur, 22 Kina, Dimona, Adada, 23 Kedes, Hazor, Jitnan, 24 Zif, Telem, Bealot, 25 Hasor-Hadatta en Keriot-Hezron (dat is Hazor), 26 Amam, Sema, Molada, 27 Hazar-Gadda, Hesmon, Bet-Palet, 28 Hazar-Sual, Berseba met de dorpen die daarbij hoorden, 29 Baäla, Ijim, Azem, 30 Eltolad, Kesil, Horma, 31 Ziklag, Madmanna, Sanzanna, 32 Lebaot, Silhim, Aïn en Rimmon. Samen 29 steden, met de dorpen die daarbij hoorden.

33 In de Laagte: Estaol, Zora, Asna, 34 Zanoa, En-Gannim, Tappua, Enam, 35 Jarmut, Adullam, Saocho, Azeka, 36 Saäraïm, Aditaïm, Gedera en Gederotaïm. Samen 14 steden, met de dorpen die daarbij hoorden.

37 Zenan, Hadasa, Migdal-Gad, 38 Dilan, Mizpa, Jokteël, 39 Lachis, Bozkat, Eglon, 40 Kabbon, Lamas, Kitlis, 41 Gederot, Bet-Dagon, Naäma en Makkeda. Samen 16 steden, met de dorpen die daarbij hoorden.

42 Libna, Eter, Asan, 43 Jifta, Asna, Nezib, 44 Kehila, Achzib en Mareza. Samen negen steden, met de dorpen die daarbij hoorden. 45 Ook Ekron met de steden en dorpen die daarbij hoorden.

46 Vanaf Ekron tot aan de grote zee alle steden en dorpen aan de noordkant van Asdod, 47 Asdod met de dorpen die daarbij hoorden, Gaza met de dorpen die daarbij hoorden, en het hele gebied langs de Grote Zee tot aan de Beek van Egypte.

48 Verder de steden op het Gebergte: Samir, Jattir, Socho, 49 Danna, Kirjat-Sanna (dat is Debir), 50 Anab, Estemo, Anim, 51 Gosen, Holon en Gilo. Samen elf steden, met de dorpen die daarbij hoorden.

52 Arab, Duma, Esan, 53 Janum, Bet-Tappua, Afeka, 54 Humta, Kirjat-Arba (dat is Hebron) en Zior. Samen negen steden, met de dorpen die daarbij hoorden.

55 Maon, Karmel, Zif, Juta, 56 Jizreël, Jokdeam, Zanoa, 57 Kaïn, Gibea en Timna. Samen tien steden, met de dorpen die daarbij hoorden.

58 Halhul, Bet-Zur, Gedor, 59 Maärat, Bet-Anot en Eltekon. Samen zes steden, met de dorpen die daarbij hoorden.

60 Kirjat-Baäl (dat is Kirjat-Jearim) en Rabba. Samen twee steden, met de dorpen die daarbij hoorden.

61 In de woestijn: Bet-Araba, Middin, Sechacha, 62 Nibsan, Ir-Hammelach en Engedi. Samen zes steden, met de dorpen die daarbij hoorden.

63 Maar het lukte hun niet om de Jebusieten uit Jeruzalem weg te jagen. Daardoor zijn de Jebusieten bij hen in Jeruzalem blijven wonen, en daar wonen ze nog steeds.

Lukas 18:18-43

De rijke man

18 Een rijk, belangrijk man vroeg aan Jezus: "Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?" 19 Jezus zei tegen hem: "Waarom noem je Mij 'goed'? Er is er maar Eén die goed is, en dat is God. 20 Je kent de leefregels van de wet van Mozes: 'Wees trouw aan je vrouw, dood niemand, steel niet, vertel geen leugens over anderen, heb respect voor je vader en moeder en zorg voor hen.' " 21 De man zei tegen Hem: "Daar heb ik me mijn hele leven aan gehouden." 22 Toen Jezus dat hoorde, zei Hij: "Je moet nog één ding doen: verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom daarna hier en volg Mij." 23 Toen de man dat hoorde, werd hij erg verdrietig. Want hij was heel erg rijk. 24 Jezus zag dat de man verdrietig was geworden. En Hij zei: "Wat is het voor rijke mensen toch moeilijk om het Koninkrijk van God binnen te gaan. 25 Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen, dan voor een rijk mens om het Koninkrijk van God binnen te gaan." 26 De mensen die dit hoorden, zeiden tegen Hem: "Maar wie kan dán gered worden?" 27 Hij zei tegen hen: "Wat voor mensen niet mogelijk is, is voor God wél mogelijk."

Wat is de beloning voor het volgen van Jezus?

28 Toen zei Petrus: "Heer, wij hebben alles achtergelaten wat we hadden en zijn U gevolgd." 29 Jezus zei tegen hen: "Luister goed! Ik zeg jullie: als je je huis of vrouw of broers of ouders of kinderen verlaat voor het Koninkrijk van God, 30 zul je er heel veel andere voor terug krijgen in deze wereld. En in de wereld die nog komt krijg je het eeuwige leven."

Jezus vertelt over zijn dood

31 Jezus nam de twaalf leerlingen apart en zei tegen hen: "Luister, we zijn op weg naar Jeruzalem. Alles wat de profeten hebben opgeschreven, zal met de Mensenzoon gaan gebeuren. 32 Want Hij zal gevangen worden genomen en aan de Romeinen worden uitgeleverd. Ze zullen Hem belachelijk maken en bespugen en uitlachen. 33 Ze zullen Hem zweepslagen geven en doden. Maar op de derde dag zal Hij uit de dood opstaan." 34 Maar ze begrepen er niets van. Het waren onbegrijpelijke woorden voor hen. Ze hadden geen idee wat Hij bedoelde.

Jezus geneest een blinde man bij Jericho

35 Toen ze in de buurt van Jericho kwamen, zat er een blinde man langs de kant van de weg te bedelen. 36 Toen hij hoorde dat er een grote groep mensen voorbij kwam, vroeg hij wat er aan de hand was. 37 De mensen vertelden hem dat Jezus van Nazaret voorbij kwam. 38 Toen riep hij: "Jezus, Zoon van David,[a] help mij alstublieft!" 39 De mensen die voorbij liepen, zeiden dat hij zijn mond moest houden. Toen schreeuwde hij nog harder: "Zoon van David, help mij alstublieft!" 40 Jezus stond stil en liet hem bij Zich brengen. Hij vroeg hem: 41 "Wat wil je dat Ik voor je doe?" Hij antwoordde: "Heer, ik wil zo graag kunnen zien!" 42 Jezus zei tegen hem: "Ik wil dat je kan zien! Je geloof heeft je gered." 43 Onmiddellijk kon de man zien. Hij volgde Jezus en prees God. En alle mensen die het zagen, prezen God.

Psalmen 86

Psalm 86

Een gebed van David.

Luister naar mij, Heer, en antwoord mij alstublieft,
want ik ben in nood.
Red mijn leven! Ik ben immers uw vriend?
Mijn God, bescherm mij, want ik vertrouw op U.
Heb medelijden met me, Heer.
Ik roep U de hele dag om hulp.
Maak me weer blij,
want ik geef mezelf aan U.
Want U bent goed, Heer, en U wil graag vergeven.
U bent goed en vriendelijk voor alle mensen die U aanbidden.
Heer, luister naar mijn gebed.
Hoor hoe ik U om hulp smeek.
Als ik in moeilijkheden ben, roep ik U om hulp.
Want U antwoordt mij.
Niemand van de goden is als U, Heer.
Niemand kan doen wat U heeft gedaan.
U heeft alle volken gemaakt.
Ze zullen allemaal naar U toe komen en U aanbidden en eren.
10 Want U bent geweldig, U doet wonderen.
Alleen U bent God.
11 Heer, leer me hoe ik moet leven.
Ik zal doen wat U zegt.
Help me om U altijd te gehoorzamen.
12 Heer mijn God, ik zal U met mijn hele hart prijzen.
Ik zal U voor altijd aanbidden.
13 Want U bent heel erg goed en liefdevol voor mij.
U heeft me van de dood gered.

14 God, vijanden willen mij doden.
Ze zijn te trots om U te willen gehoorzamen.
Ze gebruiken geweld en denken geen moment aan U.
15 Maar U bent een liefdevolle God,
vol van medelijden, geduld en trouw.
16 Kom mij nu helpen omdat U medelijden met me heeft.
Red me door uw kracht.
17 Laat me alstublieft zien dat U goed bent.
De mensen die me haten, zullen dan voor schut staan
omdat ze zien dat U, Heer, mij heeft geholpen en getroost.

Spreuken 13:9-10

Goede mensen zijn als een stralend licht.
Maar slechte mensen zijn als een olielamp die uitgeblazen wordt.

10 Mensen die denken alles te weten, veroorzaken ruzies.
Maar mensen die naar goede raad luisteren, zijn wijs.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016