The Daily Audio Bible
Today's audio is from the CEV. Switch to the CEV to read along with the audio.
De mensen hoeven niet bang te zijn voor hun vijanden als de Machtige God hen beschermt
51 De Heer zegt: "Als je verlangt naar rechtvaardigheid, als je verlangt naar Mij, luister dan naar Mij. Kijk eens naar de rots waaruit jullie gehakt zijn. Kijk eens naar de put waaruit jullie opgegraven zijn. 2 Ik bedoel jullie voorouders Abraham en Sara, uit wie jullie zijn ontstaan. Ik riep Abraham toen hij nog geen kinderen had. Ik was goed voor hem en maakte hem tot een groot volk.
3 Ik zal Jeruzalem troosten. Ik zal de mensen troosten die daar tussen de puinhopen wonen. Ik zal de stad weer als het paradijs maken, als de tuin van de Heer. De stad zal weer vol blijdschap en vreugde zijn, vol dankliederen en muziek.
4 Mijn volk, luister naar Mij. Spits je oren. Want Ik zal mijn wet geven. Ik zal rechtspreken. Dat zal een licht voor de volken zijn. 5 Binnenkort zal Ik jullie redden. Mijn redding is onderweg. Ik zal rechtspreken over de volken. De landen langs de kust zullen op Mij vertrouwen. Ze zullen er op vertrouwen dat Ik hen help en red.
6 Kijk naar de hemel boven. Kijk naar de aarde beneden. De hemel zal verdwijnen als rook. De aarde zal verslijten als een kledingstuk. De bewoners van de aarde sterven als vliegen. Maar mijn redding zal voor eeuwig duren en mijn overwinning zal voor eeuwig blijven bestaan.
7 Mijn volk, jullie kennen mijn rechtvaardigheid. Jullie kennen mijn wet in jullie hart. Luister nu naar Mij. Wees niet bang voor de spot en de schande van mensen. Wees niet bang als ze jullie uitlachen. 8 Want zij zullen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Maar Ik ben voor eeuwig rechtvaardig. Mijn redding blijft door de eeuwen heen bestaan."
9 Jesaja zegt: Word wakker, Heer! Word wakker! Grijp uw wapens, Heer! Kom voor ons op, zoals vroeger in de tijd van onze verre voorouders. U heeft toen het monster Rahab neergestoken.[a] U heeft de zeedraak gedood. 10 U heeft de waterdiepten laten opdrogen. U heeft de zee veranderd in een weg voor de mensen die U wilde redden. 11 Zo zullen ook de mensen die door U zijn vrijgekocht, jubelend naar Jeruzalem terugkomen. Ze zullen voor eeuwig stralen van vreugde. Ze zullen één en al blijdschap zijn. Verdriet en gezucht zullen wegvluchten.
12 De Heer zegt: "Ik, Ik ben het die jullie troost, bewoners van Jeruzalem! Waarom zijn jullie zo bang voor een sterfelijk mens? Een mens die uiteindelijk net zo snel verdwijnt als het gras? 13 Jullie vergeten Mij, de Heer, jullie Maker, die de aarde stevig neerzette en de hemel als een tent daarboven opzette. Jullie zijn de hele dag bang. Bang voor het geweld van de vijand wanneer hij op weg is om jullie te vernietigen! Maar waar is het geweld van de vijand? 14 Snel zullen de gevangenen uit de kerker worden bevrijd. Ze zullen niet in het dodenrijk terechtkomen. Ze zullen nergens gebrek aan hebben. 15 Want Ik ben jullie Heer God. Ik splijt de zee, zodat de golven bruisen en schuimen. Mijn naam is: Heer van de hemelse legers. 16 Ik geef jullie mijn woorden. Ik bedek jullie met mijn hand om jullie te beschermen. Ik, die de hemel opzet als een tent en de aarde stevig neerzet, zeg tegen de bewoners van Jeruzalem: Jullie zijn mijn volk.
17 Word wakker, Jeruzalem, word wakker, sta op! Je hebt de wijnbeker met mijn straf tot op de bodem leeggedronken. 18 Van al je bewoners was er niemand die jou goed leiding gaf. Niemand van hen zorgde goed voor jou. 19 Dit is er met je gebeurd: verwoesting en ellende, honger en geweld. Niemand heeft medelijden met je. Hoe kan Ik je troosten? 20 Je bewoners liggen gewond en verslagen in de straten, als dieren in een valkuil. Ze zijn neergeslagen door mijn woede.
21 Jeruzalem, je bent er slecht aan toe! Je wankelt alsof je dronken bent, maar je bent niet dronken van wijn. Luister nu goed! 22 Dit zegt je Heer God, die zijn volk in zijn rechtszaak zal verdedigen: Ik neem de beker met de wijn van mijn straf weer uit je hand. Je hoeft er niet langer uit te drinken. 23 Ik zal hem nu aan je vijanden geven. Ik zal hem geven aan de mensen die tegen je zeiden: 'Ga op de grond liggen zodat we je kunnen vertrappen.' En je liet over je heenlopen, alsof je rug de straat was voor de mensen die daarover wilden gaan."
De bevolking van Jeruzalem zal terugkomen naar de stad
52 De Heer zegt: "Word wakker, Jeruzalem, word wakker! Wees weer sterk! Doe je mooiste kleren weer aan, Jeruzalem, heilige stad! Er zal nooit meer iemand van een ander volk binnen jouw muren komen. 2 Schud het stof van je af, Jeruzalem, ga op je troon zitten. Haal het touw van je nek af, gevangen genomen bewoners van Jeruzalem. 3 Want dit zegt de Heer: Eerst heb Ik jullie verkocht zonder voor jullie een prijs te vragen. Nu zal Ik jullie terugkopen zonder jullie vijanden iets voor jullie te betalen. 4 Want dit zegt de Heer: Vroeger ging mijn volk naar Egypte, om daar als vreemdelingen te wonen. Daarna heeft Assur het volk onderdrukt zonder dat het daar een reden voor had. 5 En wat zie Ik nu? Zonder reden is mijn volk door Babel gevangen meegenomen. Zijn overheersers hebben mijn volk doen huilen. En de hele dag beledigen ze Mij. 6 Daarom zal mijn volk in die tijd ontdekken wat mijn naam betekent. Ze zullen weten dat Ik het ben die het zeg: 'Kijk, IK BEN.' "[b]
7 Jesaja zegt: Wat is het heerlijk om over de bergen de voeten te horen aankomen van iemand die goed nieuws komt brengen. Wat heerlijk om de boodschapper te horen aankomen die komt vertellen dat het weer vrede wordt en dat er spoedig redding komt. En die tegen Jeruzalem zegt: 'God is je Koning.' 8 De wachtposten op je muren roepen en juichen. Want met eigen ogen zullen ze zien hoe de Heer de bewoners naar Jeruzalem terugbrengt. 9 Puinhopen van Jeruzalem, juich! Want de Heer heeft zijn volk getroost! Hij heeft Jeruzalem bevrijd! 10 De Heer heeft alle volken laten zien hoe machtig Hij is. Tot aan het einde van de aarde zullen de mensen zien hoe God redt.
11 Vertrek, vertrek, ga weg daar uit Babel! Raak niets aan dat onrein is. Ga bij hen weg. Maak je klaar voor de Heer, jullie die de voorwerpen van de tempel van de Heer dragen.[c] 12 Jullie hoeven niet haastig te vertrekken. Het zal geen vlucht zijn. Want de Heer gaat voor jullie uit en de God van Israël bewaakt jullie achterhoede.[d]
De dienaar van de Heer zal heel erg lijden
13 De Heer zegt: "Mijn dienaar[e] zal wijs zijn. En Hij zal eer, heel veel eer ontvangen. 14 Eerst waren de mensen geschokt over wat er met Hem gebeurde. Hij werd erger mishandeld dan alle andere mensen. Hij zag er nog amper menselijk uit. 15 Maar Hij zal vele volken stomverbaasd doen staan. Koningen zullen niets meer weten te zeggen. Want ze zullen iets zien en horen waar ze nog nooit eerder over hebben gehoord. Ze zullen het horen en het begrijpen." (lees verder)
De dienaar van de Heer zal heel erg lijden (vervolg)
53 Jesaja zegt: Wie gelooft wat ik heb gezegd? Wie heeft werkelijk begrepen hoe machtig de Heer is? 2 Zijn dienaar groeide bij Hem op als een buigzaam jong takje, als een wortel uit kurkdroge grond. Hij zag er niet bijzonder uit, zodat we iets van Hem verwacht zouden hebben. Als we naar Hem keken, zagen we niets bijzonders. 3 Niemand wilde iets met Hem te maken hebben. Hij werd door iedereen in de steek gelaten. Hij kende pijn en verdriet en ziekte. De mensen draaiden hun hoofd weg als ze Hem zagen. We hebben geen enkel respect voor Hem gehad.
4 Wij dachten dat Hem dat allemaal overkwam omdat Hij door God werd gestraft! Maar Hij heeft ónze ziekten op zich genomen en ónze pijn weggedragen. 5 Híj werd mishandeld vanwege ónze ongehoorzaamheid aan God. Híj werd geslagen omdat wíj zoveel slechte dingen deden. Híj kreeg de straf, zodat wíj vrede met God zouden kunnen hebben. Zíjn lichaam werd stukgeslagen met de zweep, zodat wíj genezing zouden kunnen krijgen van onze ziekten. 6 We dwaalden allemaal rond als schapen die geen herder hebben. We deden allemaal wat we zelf wilden. Maar de Heer heeft al ónze ongehoorzaamheid op Hém gelegd.[f] 7 Hij werd mishandeld, maar Hij protesteerde niet. Hij zei niets, net als een lam dat wordt weggebracht om geslacht te worden, en net als een schaap dat wordt geschoren. 8 Hij werd uit de angst en uit de veroordeling weggenomen. En wie van de mensen van zijn tijd kon het iets schelen dat Hij uit het leven werd weggerukt en gedood? Hij heeft de straf gedragen voor de ongehoorzaamheid van mijn volk. 9 De mensen dachten dat Hij bij de misdadigers begraven zou worden. Maar Hij kreeg een graf bij de rijken. Dat was omdat Hij nooit iets slechts had gedaan en nooit iets gezegd had wat niet waar was. 10 Maar de Heer had besloten Hem helemaal te verpletteren. God maakte Hem ziek. Nadat Hij zijn eigen leven heeft opgeofferd om ons te bevrijden van onze schuld, zal Hij kinderen hebben.[g] En Hij zal heel lang leven. Door Hem zal de Heer zijn plannen kunnen uitvoeren. 11 En nadat Hij zo vreselijk heeft geleden, zal Hij ervan genieten dat Gods plan werkelijkheid is geworden.
De Heer zegt: "Zo zal mijn Dienaar, die zelf nooit iets verkeerds gedaan heeft, heel veel mensen bevrijden van hun schuld. Want Hij zal hun ongehoorzaamheid op Zich nemen. 12 Daarom zal Ik Hem een belangrijke plaats geven, bij de machtigen. Hij zal met hen de buit verdelen. Want Hij heeft vrijwillig zijn leven gegeven. Hij heeft Zich laten behandelen als een misdadiger. Zo droeg Hij de straf voor de ongehoorzaamheid van heel veel mensen. En Hij heeft gebeden voor de schuldige mensen."
Niet langer meedoen met de ongelovigen
5 Kinderen die van hun vader houden, doen hun vader in alles na. Laat op dezelfde manier God jullie voorbeeld zijn en doe Hem na. 2 Houd van elkaar, net zoals Christus van ons houdt. Want omdat Hij zoveel van ons houdt, heeft Hij zijn leven voor ons geofferd. En God was blij met zijn offer.
3 Maar jullie mogen absoluut niet met allerlei vrouwen of mannen naar bed gaan, of allerlei andere verkeerde dingen op het gebied van seks doen. Wees ook niet langer hebzuchtig. 4 Gedraag je zoals past bij mensen die bij God horen. Stop met vuile praatjes, grove woorden en vieze moppen. Laat liever zien dat je God dankbaar bent. 5 Mensen die verkeerde dingen doen op het gebied van seks, of die hebzuchtig zijn, kunnen het Koninkrijk van Christus en van God niet binnengaan. Vergeet dat niet! Mensen die hebzuchtig zijn, aanbidden een afgod.
6 Laat je niet voor de gek houden door mensen die deze dingen op allerlei manieren proberen goed te praten. Want dit zijn juist de dingen waarvoor de mensen die niet in God geloven, gestraft zullen worden. 7 Doe dus niet meer met hen mee. 8 Vroeger was jullie hart één en al duisternis. Maar nu zijn jullie vol van het licht van de Heer. Leef dan ook als mensen die bij het licht horen. 9 Want door het licht van Gods Geest groeien goedheid, eerlijkheid en waarheid. 10 Zoek uit wat de Heer graag wil dat je doet. 11 Doe niet mee met de slechte dingen van de duisternis. Breng ze liever aan het licht. 12 Want de dingen van de duisternis worden stiekem gedaan – en ze zijn bijna te erg om hardop te noemen. 13 Maar alle slechte dingen die in het licht worden gebracht, worden zichtbaar. En de dingen die zichtbaar worden, worden licht. 14 Daarom zegt God: Word toch wakker, jij die slaapt! Sta op uit de dood! Dan zal het licht van Christus op je schijnen!
15 Doe dus erg je best om te leven als verstandige mensen. Wees niet langer onverstandig. 16 En gebruik je tijd goed. Want we leven in een slechte tijd. 17 Denk daarom altijd eerst goed na en probeer uit te zoeken wat de Heer van jullie wil. 18 Word niet dronken van wijn, want dan weet je niet meer wat je doet. 19 Maar word vol van de Geest en spreek tegen elkaar met psalmen, lofliederen en liederen in talen van de Geest. Zing en jubel met je hele hart voor de Heer. 20 Dank vooral aldoor God de Vader voor alles, door onze Heer Jezus Christus. 21 Wees ook bescheiden tegenover elkaar, uit ontzag voor God.
Goede raad voor de getrouwde mannen en vrouwen
22 Vrouwen, dien bescheiden en liefdevol jullie man, zoals jullie de Heer dienen. 23 Want de man is het hoofd van zijn vrouw, net zoals Christus het Hoofd is van zijn gemeente. Hij zorgt voor zijn Lichaam. 24 Net zoals de gemeente in alles Christus dient, moet ook de vrouw haar man in alles dienen.
25 Mannen, houd op dezelfde manier van je vrouw als dat Christus van zijn gemeente houdt. Hij heeft Zichzelf voor de gemeente opgeofferd! 26 Hij heeft de gemeente schoongewassen door haar te baden in het woord. Zo kon de gemeente zijn eigendom worden. 27 En nu kan de gemeente zonder één enkele vlek of rimpel stralend vóór Hem staan. Zo is de gemeente helemaal zuiver. 28 Op diezelfde manier moet ook elke man van zijn vrouw houden. Hij moet van haar net zoveel houden als van zichzelf.[a] Een man die van zijn vrouw houdt, houdt van zichzelf. 29 Niemand haat zijn eigen lichaam. Iedereen zorgt ervoor en geeft het te eten. Hetzelfde doet ook Christus voor zijn gemeente. 30 Want wij zijn de lichaamsdelen van zijn Lichaam. 31 Er staat in de Boeken, dat een man en zijn vrouw samen één zijn: "Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en zijn moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn.[b] Vanaf dat moment zijn ze één geheel." 32 Dat heeft een verborgen betekenis. Ik zeg jullie dat het hier gaat over de eenheid van Christus en zijn gemeente. 33 De mannen moeten dus net zoveel van hun vrouw houden als van zichzelf, en de vrouwen moeten respect hebben voor hun man.
19 Kom mij redden.
Bevrijd mij van mijn vijanden.
20 U weet hoe vreselijk ze me behandelen,
hoe ik aldoor word beledigd.
U weet wie mijn vijanden zijn.
21 Ik word zó belachelijk gemaakt,
dat het mijn hart breekt.
Ik kán niet meer.
Ik hoopte op een klein beetje medelijden,
maar dat was er niet.
Ik hoopte dat iemand me zou troosten,
maar er was niemand.
22 Het is alsof ze me bittere gal te eten geven,
alsof ze me azijn te drinken geven.
23 Heer, laat hun maaltijden een valkuil worden
voor henzelf en voor hun vrienden.
24 Maak hen blind, zodat ze niets meer kunnen zien.
Maak hen zó zwak, dat ze niet meer kunnen staan.
25 Straf hen, koel uw woede op hen!
Laat hen niet ontsnappen.
26 Verwoest hun huizen en hun akkers.
Zorg dat er niemand meer woont.
27 Want ze achtervolgen mij:
zo straft U mij.
Ze lachen met elkaar over mijn pijn.
28 Tel al hun slechte daden bij elkaar op,
dan kunnen ze nooit vrijgesproken worden.
29 Haal hun namen weg uit uw Boek van het leven.
Schrijf hen niet op in het Boek met de namen
van de mensen die leven zoals U het wil.
30 God, ik ben er ellendig aan toe.
Bescherm me alstublieft en red me!
31 Dan zal ik U prijzen met een lied.
Ik zal een danklied voor U zingen.
32 Daar geniet U meer van
dan van een prachtige stier met mooie horens die ik aan U offer.
33 Mensen die leven zoals U het wil,
zullen het zien en er blij over zijn.
Mensen die op U vertrouwen, zullen weer blij zijn.
34 Want U luistert naar mensen in nood.
Gevangenen zijn voor U niet te onbelangrijk.
35 Prijs Hem, hemel en de aarde,
prijs Hem, zeeën, met alles wat in je leeft.
36 Want God zal Jeruzalem bevrijden.
Hij zal de steden van Juda weer opbouwen.
De mensen zullen er weer kunnen wonen.
Ze zullen het land weer bezitten.
7 Een dwaas mens kan wijsheid onmogelijk begrijpen.
In de vergadering van wijze mannen in de poort weet hij niets te zeggen.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016