The Daily Audio Bible
Today's audio is from the NET. Switch to the NET to read along with the audio.
Het schaap en de geitenbok
8 Toen koning Beltsazar drie jaar koning was, kreeg ik wéér een droom. 2 In die droom zag ik dat ik in de buurt van de burcht Suzan was. Suzan ligt in de provincie Elam. Ik stond bij de rivier de Ulai. 3 Ik zag plotseling een mannetjes-schaap bij de rivier staan. Het dier kreeg twee lange horens, maar de ene hoorn werd langer dan de andere. Die langste hoorn groeide later uit zijn kop dan de andere hoorn. 4 Ik zag het dier met zijn horens stoten in de richting van de dieren in het westen, het noorden en het zuiden. Geen enkel dier kon tegen hem op. Het was sterker dan alle andere dieren en het kon doen wat het wilde. Niemand kon uit zijn macht worden gered. Het werd steeds machtiger.
5 Terwijl ik hier nog over nadacht, zag ik plotseling een geitenbok uit het westen komen. Hij kwam over de aarde aanrennen zonder de grond aan te raken. Hij had één grote hoorn op zijn voorhoofd. 6 Hij draafde naar het schaap met de twee horens dat ik bij de rivier had zien staan. Hij stormde met kracht op hem af. 7 Toen hij vlakbij was, stootte hij woedend toe en brak de twee horens van het schaap. Het schaap met de twee horens kon niet tegen hem op. De bok met de ene hoorn gooide hem tegen de grond en vertrapte hem. Niemand kon het schaap nog redden. 8 De bok met de ene hoorn werd steeds machtiger. Maar toen hij heel erg machtig was geworden, brak de grote hoorn plotseling af. Daarvoor in de plaats ontstonden vier grote horens die in de richting van de vier windstreken wezen. 9 Uit één van die horens ontstond weer een andere hoorn. Eerst was die heel klein, maar hij groeide verder en verder. Hij groeide in de richting van het zuiden, van het oosten en van het Sieraad.[a] 10 De hoorn werd zó groot dat hij tot aan de hemelse legers kwam. En hij stootte sommigen van dat leger, namelijk de sterren,[b] uit de hemel en vertrapte ze. 11 Hij voelde zich machtiger dan de Heer van de hemelse legers. Hij zorgde ervoor dat er geen offers meer aan Hem werden gebracht.[c] En hij vernederde het heiligdom. 12 Het leger[d] werd aan de vijand overgeleverd, zó opstandig waren de mensen tegen God. De dagelijkse offers waren voor een ander. Hij heerste wreed en met geweld en alles wat hij deed, lukte hem.
13 Toen hoorde ik een andere engel spreken tegen de engel die met mij had gesproken. Hij vroeg: "Hoelang zal dit duren? Hoelang zal het dagelijkse offer niet aan Hem worden gebracht? Hoelang zal de ongehoorzaamheid duren die uiteindelijk leidt tot verwoesting van het heiligdom en van het leger?" 14 En hij zei tegen mij: "Dat zal 2300 avonden en ochtenden duren.[e] Dan zal het heiligdom weer plechtig in gebruik genomen worden voor de aanbidding van God."
De betekenis van de tweede droom
15 Ik zag al deze dingen en probeerde ze te begrijpen. Toen zag ik plotseling iemand die er uitzag als een man. 16 En ik hoorde een menselijke stem boven de Ulai zeggen: "Gabriël, zorg dat deze mens het begrijpt." 17 De man kwam naar mij toe. Toen hij dicht bij mij kwam, werd ik zó bang dat ik op de grond viel. Maar hij zei: "Mensenzoon, je moet begrijpen dat de dingen die je hebt gezien, over het eind van de tijd gaan." 18 Toen hij tegen mij sprak, viel ik flauw. Ik viel met mijn gezicht op de grond. Maar hij raakte mij aan en zette mij weer overeind. 19 En hij zei: "Ik zal je vertellen wat er aan het eind van de tijd zal gebeuren, aan het einde van Gods straf. Want God heeft bepaald wanneer het einde er zal zijn.
20 Het schaap met de twee horens dat je hebt gezien, stelt de koningen van Medië en Perzië voor. 21 De harige bok stelt de koning van Griekenland voor.[f] De grote hoorn in het midden van zijn voorhoofd is de eerste koning.[g] 22 Die hoorn breekt plotseling af. Op zijn plaats ontstaan vier nieuwe horens. Dat betekent dat er vier koninkrijken uit dat ene koninkrijk zullen ontstaan.[h] Maar die koninkrijken zullen niet zo machtig zijn als het koninkrijk van de eerste hoorn. 23 Op een dag zullen de ongehoorzamen de maat van hun slechtheid vol hebben gemaakt. Dan komt er een eind aan hun regering.[i] Er komt een andere koning.[j] Hij is hard en wreed en sluw. 24 Hij zal erg machtig zijn, maar niet door zijn eigen kracht. Hij zal vreselijke vernietiging brengen. En alles wat hij van plan is, zal hem ook lukken. Hij zal machtige mensen vernietigen, ook het volk van God. 25 Doordat hij zo sluw is, zullen al zijn plannen slagen. Hij zal trots zijn op alles wat hij doet en plotseling velen vernietigen. Hij zal ook proberen de allerhoogste Koning te vernietigen. Maar hij zal zelf worden vernietigd, zonder dat een mens dat heeft gedaan.[k]
26 Wat je zag over de avonden en ochtenden, is waar. Maar zorg ervoor dat alles wat je hebt gezien, geheim blijft.[l] Want het gaat pas in de verre toekomst gebeuren."
27 Ik, Daniël, was helemaal uitgeput toen ik wakker werd. Ik was er een paar dagen ziek van. Daarna stond ik weer op en werkte ik weer voor de koning. Ik was erg geschokt over mijn droom, maar niemand merkte het.
God is licht (vervolg)
2 Lieve kinderen, ik schrijf jullie dit om jullie te helpen niet ongehoorzaam aan God te zijn. Maar als iemand toch ongehoorzaam aan God is geweest, zal Jezus Christus, die rechtvaardig is, voor ons opkomen bij de Vader. 2 Hij nam de straf op Zich voor al onze ongehoorzaamheid. En niet alleen voor die van óns, maar voor die van álle mensen. Daardoor zijn we niet langer schuldig.
Leven in het licht
3 Hoe weet je zeker dat je echt bij Hem hoort? Als je Hem gehoorzaamt. 4 Als je zegt: "Ik ken Hem," maar Hem niet gehoorzaamt, dan ben je een leugenaar. Je leeft niet vanuit Gods waarheid. 5 Maar als je Hem gehoorzaamt, houd je werkelijk van Hem. Zo kun je weten dat je bij Hem hoort. 6 Als je zegt dat je bij Hem hoort, moet je ook net zo leven zoals Hij heeft geleefd.
7 Lieve broeders en zusters, wat ik jullie schrijf is niet nieuw. Het is een oud bevel, dat jullie al vanaf het begin hebben gekregen. Het is het woord dat jullie vanaf het begin hebben gehoord. 8 Toch is het ook een nieuw bevel, want het is nu in Hem en in jullie werkelijkheid geworden. Want het licht van God schijnt nu in jullie hart. Daardoor zal elke duisternis verdwijnen. 9 Als je zegt dat je in het licht leeft, maar een hekel hebt aan een broeder of zuster, dan leef je nog steeds in het donker. 10 Maar als je van je broeders en zusters houdt, leef je in het licht. Dan zul je nergens over struikelen en niet vallen. 11 Maar als je een hekel hebt aan een broeder of zuster, leef je in het donker. Dan weet je niet waar je heengaat, want in het donker kun je niets zien. Daardoor zul je struikelen en vallen.
12 Kinderen in het geloof, jullie ongehoorzaamheid aan God is vergeven door wat Jezus heeft gedaan. 13 Vaders in het geloof, jullie kennen Hem die vanaf het begin al is. Jonge mensen in het geloof, jullie hebben de duivel overwonnen. Kinderen in het geloof, jullie kennen de Vader. 14 Vaders in het geloof, ik zeg het nog een keer: jullie kennen Hem die vanaf het begin al is. Jonge mensen in het geloof, ik zeg het jullie nog een keer: jullie zijn sterk van geest en het woord van God is in jullie en jullie hebben de duivel overwonnen.
15 Houd niet van de wereld en van de dingen die van de wereld zijn. Als je van de wereld houdt, houd je niet werkelijk van de Vader. 16 Want alles wat de ongelovige mensen doen en willen en verlangen en belangrijk vinden, is niet van de Vader, maar van de wereld. 17 En de wereld met alles wat ze belangrijk vindt, zal verdwijnen. Maar als je doet wat God wil, zul je eeuwig leven.
Psalm 120
1 Een pelgrimslied.[a]
Heer, toen ik bang was, riep ik U om hulp
en U heeft mij gered.
2 Heer, red mij van de mensen
die leugens over me rondvertellen.
3 Leugenaars, weten jullie wel
wat het gevolg zal zijn van jullie leugens?
4 De Heer zal jullie treffen met scherpe pijlen,
met gloeiende kolen!
5 Ik vind het vreselijk dat ik in een ver land moet wonen,
in het land van Mesech, bij het volk van Kedar.
6 Ik woon al veel te lang
bij mensen die de vrede haten.
7 Ik wil alleen maar vrede.
Maar ik kan met hen niet over vrede spreken.
Zij willen alleen maar strijd.
25 Trotse en eigenwijze mensen veroorzaken ruzies.
Maar met mensen die op de Heer vertrouwen, zal het altijd goed gaan.
26 Het is dwaas om op jezelf te vertrouwen.
Maar als je je door wijsheid laat leiden, zul je steeds worden gered.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016