De familie van Selemja kreeg zo de Oostpoort. De familie van Selemja's zoon Zecharja kreeg de Noordpoort. Zecharja was een verstandige raadgever van de koning.
De verantwoordelijkheid voor de oostelijke poort lag bij Selemja en zijn groep, de noordelijke poort viel onder zijn zoon Zecharja, een man met buitengewone wijsheid, de zuidelijke poort viel onder Obed-Edom en zijn groep, terwijl zijn zonen de verantwoording droegen voor de pakhuizen.