Maar jullie doen alsof jullie al geen geestelijk voedsel meer nodig hebben. Dat jullie geestelijk al rijk genoeg geworden zijn. Jullie voelen je als koningen. Maar dan wel zonder ons! Was het maar waar dat jullie al koning waren. Want dan waren wij dat ook!
U schijnt te denken dat u geestelijk al verzadigd bent. Als rijke koningen zit u op uw troon. Ja, was u maar koningen! Dan zouden wij samen met u regeren.