Als je in de Zoon van God gelooft, geloof je wat God over Hem zegt. Als je God níet gelooft, zeg je daarmee dat Hij een leugenaar is. Want je hebt niet geloofd wat Hij over zijn Zoon heeft gezegd.
Ieder die dit gelooft, heeft het getuigenis van God aanvaard. Als iemand dit niet gelooft, zegt hij daarmee dat God een leugenaar is, omdat hij niet gelooft wat God over zijn Zoon heeft gezegd.