Verder liet hij 300 kleine gouden schilden maken. Voor één klein schild werd 300 sikkels (3,3 kilo) goud gebruikt. Die schilden zette hij in zijn paleis, dat hij 'Bos van de Libanon' had genoemd.
Salomo gebruikte een deel van het goud voor tweehonderd grote schilden (in elke lans werd 6,6 kilo goud verwerkt) en driehonderd kleine schilden (met anderhalve kilo goud erin verwerkt). Deze voorwerpen gaf hij een plaats in zijn paleis, in de hal van het Woud van Libanon.