Elke keer als de koning naar de tempel van de Heer ging, droegen de soldaten van de wacht de koperen schilden. Daarna brachten ze die schilden weer terug naar de kamer van de wacht.
Elke keer als de koning naar de tempel ging, marcheerden de wachters met hun schilden voor hem uit en brachten ze daarna terug naar de kamer van de wacht.