Baësa had de Heer heel erg kwaad gemaakt met alles wat hij deed. Daarom zei de profeet Jehu, de zoon van Hanani, tegen hem wat de Heer met hem en zijn familie zou gaan doen. Met hem zou hetzelfde gebeuren als met de familie van Jerobeam. Ook omdat hij de hele familie van Jerobeam had vermoord.
Uw familieleden die in de stad sterven, zullen door de honden worden opgegeten en zij die op het land sterven, zullen door de vogels worden opgegeten.’ Deze boodschap werd aan Baësa en zijn familie gestuurd, omdat hij de toorn van de Here had opgeroepen met al zijn goddeloze daden. Hij was net zo goddeloos als Jerobeam en had bovendien op eigen houtje al Jerobeams nakomelingen gedood. De rest van Baësaʼs levensloop—zijn daden en veroveringen—staat beschreven in de Kronieken van de koningen van Israël.