De onderste verdieping was 5 el (2,25 m) breed, de middelste was 6 el (2,70 m) breed en de bovenste was 7 el breed (3,15 m). Dat kwam doordat hij de buitenmuren had laten inspringen, zodat hij geen steunpilaren voor de galerijen hoefde te maken.
Deze aanbouw telde drie verdiepingen, waarvan de onderste 2,25 meter, de middelste 2,7 meter en de bovenste 3,15 meter breed was. De kamers waren aan de tempelmuren bevestigd met balken die op blokken rustten die uit de muur staken, de balken zaten dus niet in de muur vast.