Als Achis vroeg: 'Waar heb je dit keer een overval gedaan?' dan zei David: 'In het zuiden van het gebied van de stam van Juda.' Of: 'In het zuiden van het gebied van de familie van Jerameël.' Of: 'In het zuiden van het gebied van de Kenieten.'
en vroeg koning Achis altijd: ‘Waar hebt u vandaag een overval gepleegd?’ En David antwoordde dan: ‘In het zuiden van Juda’ of ‘Bij de Jerachmeëlieten’ of ‘Bij de Kenieten.’