Toen prees Hanna de Heer en zei: "Ik juich over wat de Heer heeft gedaan. Ik kan weer blij zijn en ik hoef mij niet langer te schamen. Ik leg mijn vijanden het zwijgen op. Want U bent goed geweest voor mij.
Daarna zong Hanna een loflied voor de Here: ‘Wat heeft de Here mij blij gemaakt! Wat een kracht heeft Hij mij gegeven! Nu kan ik vrijuit tegen mijn vijanden spreken, want de Here heeft mij verlost. Wat een vreugde!