Toen zette Samuel een steen overeind tussen Mizpa en Sen. Hij noemde die steen: Eben-Haëzer (= 'Steen van de hulp'). "Want," zei hij, "tot hier heeft de Heer ons geholpen."
Samuël plaatste toen een steen tussen Mispa en Sen en noemde die Eben-Haëzer (Steen van Hulp), ‘Want,’ zei hij, ‘tot hiertoe heeft de Here ons geholpen!’