2 Kronieken 31:13
Print
Onder Konanja en Simeï stonden tien onderopzichters. Dat waren Jehiël, Azazja, Nahat, Asaël, Jerimot, Jozabad, Eliël, Jismachja, Mahat en Benaja. Zo hadden de koning en de hogepriester Azarja het bevolen.
Alle geschonken voorraden werden het huis van de Here binnengebracht. De Leviet Chonanja kreeg er het toezicht over en werd daarbij geholpen door zijn broer Simi. De andere medewerkers waren Jehiël, Azazja, Nachat, Asahel, Jerimoth, Jozabad, Eliël, Jismachja, Mahath en Benaja. Deze maatregelen werden getroffen door koning Hizkia en de hogepriester Azarja.
BasisBijbel (BB) © stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016; Het Boek (HTB) Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.