Maar zeg tegen de koning van Juda, die jullie heeft gestuurd om Mij om raad te vragen: Dit zegt de Heer, de God van Israël: u heeft gehoord wat er in het wetboek staat.
Maar de Here zegt tevens tegen de koning van Juda, die u naar mij heeft gestuurd om hierover de Here te vragen: “Zeg hem, dat de Here, de God van Israël, zegt: