Toen ging hij bij de pilaar staan en sloot een verbond met de Heer en met het volk. Ze beloofden dat ze voortaan met hun hele hart en hun hele ziel de Heer zouden dienen. Voortaan zouden ze gehoorzaam zijn aan de wetten en leefregels die in het boek waren opgeschreven. Het hele volk wilde meedoen met dat verbond.
De koning stond naast de pilaar en samen met het aanwezige volk beloofde hij de Here plechtig dat hij Hem met hart en ziel zou gehoorzamen en zou doen wat in het boek werd bevolen.