De koning vroeg haar wat er aan de hand was en ze vertelde hem alles. Hij gaf haar een dienaar mee en zei tegen hem: "Zorg dat ze alles terugkrijgt wat van haar was. Ook moeten ze haar betalen voor de oogsten die de akker heeft opgeleverd in die zeven jaar dat ze in het buitenland was."
‘Is dit waar?’ vroeg de koning haar. En zij beaamde dat. Daarop gaf hij een van zijn ambtenaren opdracht ervoor te zorgen dat al haar vroegere eigendommen werden teruggegeven, inclusief de waarde van de oogsten die waren binnengehaald tijdens haar afwezigheid.