Koning Hizkia gaf aan het volk 1000 stieren en 7000 schapen voor alle vlees-offers. De bestuurders van het land gaven nóg 1000 stieren en 10.000 schapen. En heel veel priesters maakten zich klaar voor hun werk voor de Heer.
Koning Hizkia gaf het volk duizend jonge stieren om te offeren en zevenduizend schapen, de leiders van het volk voegden daar nog eens duizend jonge stieren en tienduizend schapen aan toe. Op dat moment kwam weer een grote groep priesters naar voren en heiligde zich.