Toen zei de koning tegen Zadok: "Breng de kist van God weer naar de stad terug. Als de Heer medelijden met me zal hebben, zal Hij ervoor zorgen dat ik de kist van het verbond en Jeruzalem weer zal terugzien.
Op aanwijzing van David nam Zadok de ark daarna weer mee terug naar de stad. ‘Als de Here genadig voor mij is,’ had David gezegd, ‘dan zal Hij mij laten terugkomen om de ark in de tent weer te zien. Maar als Hij genoeg van mij heeft, welnu, laat Hij dan doen wat Hij denkt dat het beste is.’