Je handen waren niet gebonden, je voeten waren niet geboeid. Je bent laf vermoord, zoals iemand die gedood wordt door schurken." Daar werd iedereen nog bedroefder van.
‘Als een goddeloze kwam Abner aan zijn einde,’ klaagde de koning. ‘Uw handen waren niet vastgebonden, uw voeten waren niet geboeid. U werd vermoord als slachtoffer van een gemene samenzwering.’ En opnieuw huilden alle aanwezigen om hem.