Deuteronomium 2:29
Print
Het volk van Ezau in Seïr heeft ons ook door hun land laten gaan, en de Moabieten in Ar ook. We willen graag door uw land naar de Jordaan trekken. Die zullen we oversteken naar het land dat onze Heer God ons zal geven.'
De Edomieten in Seïr en de Moabieten, die Ar als hoofdstad hebben, gaven ons ook toestemming door hun gebied te trekken. Wij zijn op weg naar het land aan de overkant van de Jordaan. Dat land heeft de Here, onze God, ons gegeven.”
BasisBijbel (BB) © stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016; Het Boek (HTB) Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.