Je hebt jezelf weggegeven aan anderen. Je hebt je niet geschaamd om je voor hen uit te kleden. Je hebt je niet geschaamd voor al je walgelijke afgoden aan wie je zelfs je kinderen hebt geofferd.
De Oppermachtige Here zegt: ‘Omdat Ik uw smerige zonden zie, uw overspel met uw minnaars—uw verering van afgoden—en het vermoorden van uw kinderen als offers aan uw goden,