Toen hij viel, dreunde de aarde. De volken beefden op de dag dat hij naar het dodenrijk ging met de anderen die zullen sterven. Maar in het dodenrijk was zijn dood een troost voor de andere machtige bomen van de Libanon die daar al waren.
De volken beefden van angst door het geluid van haar val, toen Ik haar neerwierp in het dodenrijk, samen met haar bondgenoten. En alle andere bomen van Eden, de mooiste en beste bomen van de Libanon, waarvan de wortels diep in het grondwater staken, zijn getroost omdat zij haar in het dodenrijk terugzagen.