"Mensenzoon, toen het volk Israël nog in zijn eigen land woonde, heeft het zijn eigen land bedorven met de slechte dingen die ze deden. Ze bedierven het met bloed.
‘Mensenzoon, toen het volk Israël nog in zijn eigen land woonde, verontreinigde het zijn land met wandaden. Zijn afgoderij was Mij een doorn in het oog.