Hij bracht mij naar het binnenste tempelplein. Daar zag ik bij de ingang van het tempelhuis van de Heer ongeveer 25 mannen. Ze lagen geknield op de grond tussen de voorhal van het tempelhuis en het altaar. Ze lagen daar op hun knieën met hun billen naar het tempelhuis van de Heer en met hun gezicht naar het oosten. Ze bogen zich in de richting van het oosten neer voor de zon. Ze aanbaden de zon.
Toen bracht Hij mij in de binnenste tempelhof en daar bij de deur, tussen de voorhal en het koperen altaar, stonden ongeveer vijfentwintig mannen met hun rug naar de tempel van de Here en met hun gezicht naar het oosten gekeerd de zon te aanbidden!