Font Size
Genesis 46:12
Juda, met zijn zonen Er, Onan, Sela, Perez en Zera. Maar Er en Onan waren in Kanaän al gestorven. Perez had twee zonen: Hezron en Hamul.
Hier zijn de namen van zijn zonen en kleinkinderen die met hem meegingen naar Egypte: Ruben, zijn oudste zoon en diens zonen Chanoch, Pallu, Chesron en Karmi. Simeon en zijn zonen Jemuël, Jamin, Ohad, Jachin, Sochar en Saül (Saüls moeder was een Kanaänitische). Levi en zijn zonen Gerson, Kehat en Merari. Juda en zijn zonen Er, Onan, Sela, Peres en Zerach (Er en Onan waren in Kanaän gestorven). Peres had ook twee zonen: Chesron en Chamul. Issachar en zijn zonen Tola, Pua, Job en Simron. Zebulon en zijn zonen Sered, Elon en Jachleël.
BasisBijbel (BB)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016; Het Boek (HTB) Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.