De bewoners van Samaria zullen bezorgd zijn over hun gouden kalf in Bet-Aven (= Bet-El). Ze zullen erover treuren dat het er niet meer is. De priesters zullen huilen omdat het weg is. Ze waren er zo trots op, maar daar zal niets van overblijven.
De bevolking van Samaria maakt zich bezorgd over het afgodsbeeld van een kalf in Bet-Aven. Het volk en de afgodspriesters rouwen en treuren om de vergane glorie van het beeld.