Maar jullie zullen priesters van de Heer worden genoemd, en dienaren van onze God. Jullie zullen leven van de rijkdommen die de volken hebben verzameld. Daarvan zullen jullie genieten.
U zult priesters van de Here, helpers van onze God, worden genoemd. U zult worden gevoed met de rijkdommen van de volken en u zult u op hun schatten beroemen.