En de priesters en de profeten zeiden tegen hen: "Deze man verdient de doodstraf voor wat hij over deze stad heeft geprofeteerd. Jullie hebben allemaal gehoord wat hij zei."
De priesters en valse profeten brachten hun beschuldigingen naar voren ten aanhoren van de leiders en de andere toehoorders. ‘Deze man moet sterven!’ zeiden zij. ‘U hebt zelf gehoord dat hij een verrader is, want hij heeft tegen deze stad geprofeteerd.’