Heer, ik ben zo bang! Ik heb geen rust. Mijn hart bonkt in mijn binnenste. Ik ben U heel erg ongehoorzaam geweest. Nu heerst overal de dood. Op straat zijn de mensen gedood door het zwaard. In huis sterven de mensen aan de pest.
Och Here, kijk toch naar mijn wanhoop, mijn hart is gebroken en mijn ziel krimpt ineen van angst, want ik ben vreselijk opstandig geweest. In de straten wacht het zwaard mij op, thuis word ik bedreigd door honger en ziekten.