De priester moet het bloed rondom tegen de zijkanten van mijn altaar werpen dat bij de ingang van de tent van ontmoeting staat. Het vet moet hij verbranden. Als de mensen het zó doen, ben Ik blij met hun offers.
De priester kan dan het bloed sprenkelen op het altaar van de Here bij de ingang van de tabernakel en het vet als een aangenaam offer voor de Here verbranden.