De stad wordt leeggeroofd, helemaal leeggeroofd en verwoest. De mensen staan daar, bang, met knikkende knieën, met pijn in hun buik en met witte gezichten.
Al gauw is de stad veranderd in een ruïne. De overlevenden voelen zich verslagen, hun knieën knikken. Niemand kan zich staande houden, alle gezichten verbleken.